Ontdek het "Bentheimer Goud"
Enkele kilometers over de grens bij Oldenzaal ligt in het zuiden van het landelijke Graafschap Bentheim het kleine toeristenstadje Bentheim (15.000 inwoners). Sinds de opening van een mineraalkuurbad in 1979 mag dit stadje zich officieel Bad Bentheim noemen. Al in de 17e eeuw heeft de hoge rots met daarop de kolossale burcht een bijzondere aantrekkingskracht uitgeoefend op een aantal Hollandse schilders, zoals Jacob Ruysdael en Nicolaes Berchem.
Opmerkelijk genoeg heeft dit Duitse graafschap door de eeuwen heen nauwe relaties onderhouden met Nederland. Ook vandaag nog zijn de contacten zeer hartelijk te noemen. Je moet je dus niet verbazen dat een groot aantal Nederlanders hun huizen rondom Bad Bentheim hebben gebouwd en dat de lokale bevolking nog steeds behoorlijk uit de voeten kan met de Nederlandse taal bij het verwelkomen van bezoekers van over de dichtbij gelegen landsgrens. Hoe is dit zo gekomen?
Geschiedenis in vogelvlucht
De precieze periode waarin de imposante en op een rots-massief gebouwde burcht is ontstaan, hebben historici nog niet in oude documenten kunnen achterhalen. Wel is bekend dat in het jaar 1020 de Saksische edelman Otto von Northeim en zijn echtgenote Richenza bewoners van “Binithem” zijn geweest. Otto speelt tijdens de investituurstrijd - een machtsstrijd waarin paus Gregorius VII recht tegenover keizer Hendrik IV staat - een belangrijke rol. Hij wordt in 1061 als dank voor bewezen diensten tot hertog van Beieren benoemd.
Zoals in de feodale tijd en ook daarna te doen gebruikelijk was, wordt door zowel de wereldlijke als de katholieke heersers door middel van verervingen, aankoop, veroveringen of verstandshuwelijken, politiek bedreven in een poging om hun grondbezit en invloed te vergroten. Ook de bewoners van kasteel Bentheim laten zich niet onbetuigd, zoals blijkt uit het historische overzicht op de website van kasteel Bentheim.
Nadat de Von Northeims zijn uitgestorven, volgt de ene na de andere nieuwe machthebber - met dezelfde expansieve dromen - hen op. In dit gezelschap bevinden zich in de 12e eeuw ook de Bisschop van Utrecht, daarna de Hollandse graaf Dirk VI, gehuwd met de Duitse Sophia von Rieneck. Vanaf 1370 zijn de kasteelbezitters uitsluitend Duitsers.
In 1588 besluit graaf Arnold in zijn gebied de protestantse leer in te voeren. Vanaf 1618 lijdt Duitsland en dus ook Bentheim onder een verwoestende en mensen verslindende godsdienstoorlog, die tot 1648 zal duren. De bevolking verarmt, waardoor vele Bentheimers naar de Nederlanden vluchten.
Zandsteen
Na afloop van de oorlog keren de vluchtelingen terug naar huis, maar voelen zich niettemin sterk met Nederland verbonden. Ook op economisch terrein zijn de relaties goed, want de bouw van bijvoorbeeld het Paleis op de Dam, de Haarlemmerpoort, de kostbare grachtenhuizen, het stadhuis van Zwolle, kerktorens, graf- en molenstenen etc. vraagt om kwalitatief goed zandsteen. En dat heeft Bentheim in ruime mate beschikbaar. Via de Overijsselse Vecht en de oude Hanzestad Zwolle worden de blokken naar het westen getransporteerd. Nederland is daardoor één van de belangrijkste afnemers van het “Bentheimer Goud”. Zelfs de VOC (Vereenigde Oostindische Compagnie) koopt dit steen als ballast voor haar schepen en voor de bouw van stadspoorten en forten in Indië, zoals bekend is uit de vervoerslijsten van het in 1629 bij Australië ten onder gegane schip “Batavia”.
In die tijd waren 9 steengroeven in Bentheim actief. Nu is er nog één! Want er is nog steeds behoefte aan haar product ten behoeve van restauraties van karakteristieke gebouwen. Wil je meer weten over het "Bentheimer Goud", bezoek dan eens het Zandsteenmuseum in het kasteelpark. Adres: Funkenstiege 5.
Bezoek aan kasteel Bentheim
Mocht je in Twente op vakantie zijn, vergeet dan niet een bezoek te brengen aan het nabijgelegen stadje Bentheim! Het kasteel heeft veel interessants uit het verleden te bieden en is het hele jaar geopend.
Website: VVV Bad Bentheim