Oranjestad in de Neder-Betuwe
Omgeven door haar historische stadsgracht en vestingwerken, haar enige nog bestaande stadspoort en de korenmolen ‘De Prins van Oranje’, geniet het Gelderse stadje Buren - strategisch gelegen tussen de rivieren Linge en Lek - van haar grootse verleden. Inderdaad een stad, met toch niet meer dan zo’n 2200 inwoners. De stadsrechten werden haar namelijk al in het jaar 1395 verleend door Ridder Allard, heer van Buren en Beusichem. De trotse bewoners van Buren noemen hun woonplaats “Oranjestad” en dat moet wel op een bijzondere band met het Huis van Oranje-Nassau duiden. Een wandeltocht in Buren en een bezoek aan het Oranjemuseum is een ‘must’, zeker als je weet dat het hart van Buren ook de status van "beschermd dorpsgezicht” heeft ontvangen!
De band met het Huis van Oranje-Nassau
Tegenwoordig is er niets meer van te zien, maar vele eeuwen lang heeft in Buren een indrukwekkend kasteel gestaan: één van de grootste en meest luxueuze in Nederland. Omstreeks de 12e eeuw laten de voorvaders van Ridder Allard van Buren dit kasteel op een goed doordachte plek tussen de grote rivieren bouwen. Het bezit van dit strategisch gelegen kasteel wordt door vooraanstaande families als zeer belangrijk gezien. In 1435 wordt het door Arnold van Egmond, hertog van Gelre, belegerd en ingenomen. Willem van Buren en zijn familie moeten van het toneel verdwijnen. De graven van Buren-Egmond zijn machtige edellieden. Zij dienen keizers en koningen en trekken met hen ten strijde in heel Europa.
In de 16e eeuw komt het kasteel door overerving in het bezit van de Oranjes, die hier als graven van Buren vele vorstelijke gasten ontvangen. In 1551 huwt Willem van Oranje (1533-1584) met Anna van Buren-Egmond (1533-1558) en de plechtigheid vindt hier plaats in aanwezigheid van vele adellijke genodigden. Zoon Filips Willem (1554-1618) wordt er geboren. Zijn zuster Maria (Breda, 1556) erft, na de dood van haar vader in 1584, de titel Gravin van Buren en betrekt het familiebezit. De laatste bewoner is Prins Frederik Hendrik geweest. Het luxe ingerichte en in Florentijnse renaissance stijl gebouwde kasteel bestaat niet meer, maar de titel is tot op vandaag wel behouden gebleven binnen de koninklijke familie. Bij incognito bezoeken gebruiken Prinses Beatrix en Koning Willem-Alexander de naam nog weleens.
Het Koninklijke Weeshuis
Maria Van Oranje-Nassau huwt in 1595 met Graaf Philipp Ernst von Hohenlohe-Neuenstein. Hij is afkomstig uit het gebied bij de Duitse stad Heilbronn. Hij is een vechtjas en wordt als bevelhebber in Staatse dienst benoemd. Hohenlohe (1550-1606) is voor Willem van Oranje een grote steun en weet vele door de Spanjaarden beheerste steden aan de Republiek toe te voegen. Hij is veel van huis en haard gescheiden. Het huwelijk blijft kinderloos. Hohenlohe overlijdt tenslotte in IJsselstein, waarna zijn lichaam in Öhringen in Baden-Würtemberg wordt bijgezet. Zijn vrouw sterft 10 jaar later en is in Buren begraven.
Maria is begaan met het lot van de weeskinderen in haar graafschap en besteedt in 1612 een fors bedrag aan de bouw van een prachtig weeshuis in renaissance stijl (zie foto boven). Tot aan 1953 heeft het gebouw deze zorgtaak vervuld. In 1972 vestigt zich het Museum der Koninklijke Marechausee zich in het weeshuis. Dit museum en natuurlijk het prachtige gebouw zijn een bezichtiging zeker waard. Daaraan gekoppeld een bezoek aan het Oranjemuseum staat garant voor een heerlijke dag!