Dammen en stormvloedkeringen
Wil je je kinderen of kleinkinderen eens een leuke en leerzame dag bieden? Breng dan eens een bezoekje aan de indrukwekkende Deltawerken in de provincies Zuid-Holland en Zeeland! Omdat Nederland voor een belangrijk deel onder de zeespiegel ligt, komen ook veel buitenlanders naar deze regio om met eigen ogen te zien welke maatregelen Nederland heeft genomen om overstromingen te voorkomen.
De Lage Landen: een kwetsbaar gebied
De wateroverlast tijdens de wintermaanden van 2013/2014 in Zuidwest Engeland bepaalt ons ook weer bij de mogelijke risico’s voor de bewoners van de lage landen die aan de Noordzee grenzen: België, Denemarken, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Overstromingen worden niet uitsluitend veroorzaakt door de verwoestende krachten van de door stormen opgezweepte golven, maar ook door rivieren, meren en kanalen, die de watermassa’s van dagenlange plensbuien of van smeltwater soms niet meer kunnen verwerken. Stormvloeden en overstromingen hebben genoemde landen door de eeuwen heen geteisterd en leidden vaak tot een ernstig verlies aan mensenlevens, veestapels, oogsten, woningen en bezittingen. De Nederlandse staat heeft in de afgelopen 60 jaren stappen genomen om zulke rampen - ook in de komende eeuwen - naar vermogen te voorkomen of de gevolgen ervan te beperken. De daarvoor benodigde financiële offers zijn weliswaar aanzienlijk, maar deze wegen niet op tegen de levenslange trauma’s bij overlevenden, de immense herstelkosten en het onvervangbare verlies van hetgeen met zoveel inspanning door generaties is opgebouwd.
De Noordzee - vriend én vijand
De Noordzee is een betrekkelijk jonge randzee van de Atlantische Oceaan met een oppervlakte van 750.000 km2 en een gemiddelde diepte van 95 meter. Oordelend naar de opgeviste fossielen van beren, herten, mammoeten, paarden en runderen - te zien in het moderne Naturalis museum in de universiteitsstad Leiden - wordt duidelijk dat deze zee duizenden jaren geleden veel bescheidener is geweest. En dat het voor mens en dier mogelijk moet zijn geweest om over land van het Europese continent naar Engeland heen en weer te trekken. Voortdurende bodemdalingen en een geschatte 5 meter stijging van de zeespiegel door smeltend ijs waren de oorzaak van de vorming van de Noordzee, zoals wij die nu kennen. Ook het jaarlijkse volume van circa 770 kubieke kilometer zoet water, aangeleverd door de rivieren zoals de Theems, Firth of Forth, Firth of Tay, Glomma, Elbe, Wezer, Eems, Rijn, Maas, Schelde en de Oostzee, heeft effect op de hoogte van de zeespiegel.
Door de open trechtervorm van de Noordzee tussen Schotland en Noorwegen en de nauwe uitgang tussen Dover en Calais kan het aangevoerde oceaanwater slechts langzaam wegstromen. Een krachtige Noordwesterstorm - vooral in combinatie met springvloed - stuwt het water op en vormt een niet te onderschatten bedreiging voor de kusten van de genoemde landen. En in het bijzonder voor de dichtbevolkte gebieden, die laag of zelfs onder de zeespiegel liggen. Zonder haar sterke dijken zou bijvoorbeeld 65% van het Nederlandse grondgebied onderwater verdwijnen. Voor diegenen, die zich echter bewust zijn van de wispelturigheid en de gevaren van de Noordzee en er zich tegen wapenen, is de zee ook vrijgevig met haar rijkdommen. Voorbeelden?
- van oudsher blijkt de zee rijk aan vis en schelpdieren;
- de scheepvaart en de bouw van schepen en jachten zorgen voor werkgelegenheid;
- grote voorraden olie en aardgas bevinden zich onder de zeebodem;
- de stranden en kusten zijn belangrijke toeristentrekkers;
- windmolens en getijdencentrales zorgen voor schone energie.
Dat de bevolking rondom de Noordzee voortdurend op haar hoede moet zijn, maakt de geschiedenis maar al te duidelijk. Iemand heeft eens gezegd: “Wie het verleden niet kent, zal van de toekomst opnieuw moeten leren!”
Enige historische cijfers
Historische documenten geven inzicht in het aantal ernstige stormvloeden en overstromingen in Nederland gedurende de periode 838 tot 2006:
Eeuw | 9e | 10e | 11e | 12e | 13e | 14e | 15e |
Aantal | 1 | 0 | 2 | 5 | 13 | 6 | 5 |
Eeuw | 16e | 17e | 18e | 19e | 20e | 21e |
Aantal | 7 | 5 | 2 | 7 | 6 | 1 |
Ook lezen we dat, in de periode 1752 tot 1800, Nederland 152 keer met dijkdoorbraken werd geconfronteerd. Zelfs nog in januari 1995 moesten 250.000 mensen, plus vee en waardevolle goederen halsoverkop geëvacueerd worden in verband met dreigende dijkdoorbraken van de grote rivieren. Ook onze Belgische zuiderburen bleven niet van overstromingen gevrijwaard:
Eeuw | 11e | 12e | 13e | 14e | 15e | 16e |
Aantal | 2 | 1 | 0 | 3 | 3 | 2 |
Eeuw | 17e | 18e | 19e | 20e | 21e |
Aantal | 1 | 1 | 1 | 11 | 1 |
In zeer recente jaren werd ook Duitsland getroffen, veelal door rivieroverstromingen, namelijk: in 1962, 1992, 1997, 2002, 2006 en 2013. Het Verenigd Koninkrijk noteerde overstromingen in de jaren 1953, 2007 en 2014.
De 1 februari 1953 of St. Ignatius vloed
Eén van de ernstigste stormrampen van de 20e eeuw vond plaats in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953. Deze rampzalige gebeurtenis staat in de herinnering van velen diep gegrift. Een felle noordwester storm, gelijktijdig met het tweewekelijkse springtij, joeg het Noordzeewater op tot recordhoogte, waartegen massa’s dijken niet bestand waren. De economische crisis van de 30-er jaren, de Duitse bezetting van 1940-1945 en het gebrek aan financiële middelen kort na de bevrijding zijn oorzaak dat de zorg voor de zeedijken vele jaren lang onvoldoende was. En met catastrofale gevolgen! De burgers op de eilanden die in de provincies Zeeland, Zuid-Holland en in West-Brabant, in de delta van drie grote rivieren - Rijn, Maas en Schelde - woonden, werden van alle kanten door het woeste water belaagd! De persoonlijke drama’s te midden van het aanstormende water, de instortende huizen en de winterkou zijn niet te beschrijven.
Die nacht waren ook vele slachtoffers te betreuren in buurlanden, zoals België (28) en Oost- Engeland (307). In totaal 224 zeelieden verloren hun leven op zee. Het aantal doden in Nederland bedroeg 1.830 plus 97 vermisten. Duitsland telde geen slachtoffers. In de Engelse graafschappen Lincolnshire, Norfolk, Suffolk, Essex en Kent stierven 307 mensen. De vloed beschadigde er circa 1.600 kilometer kust en dijken. Ook overstroomde het water 1.000 km2 land en moesten 30.000 mensen noodgedwongen evacueren. Plannen werden ontwikkeld, die onder andere resulteerden in de bouw van de Theems Barrière. In België braken op 37 plaatsen de Schelde dijken door. Achtentwintig mensen vonden de dood. De binnenstad van Oostende stond onder water na de doorbraak van de zeedijk. Ook de stad Antwerpen werd getroffen. Na de ramp versterkten en verhoogden de Belgen zowel hun Noordzeekust als de rivierdijken. In Nederland waren de gevolgen nog ernstiger:
- verlies van bijna 2.000 mensenlevens
- tienduizenden dieren verdronken
- 4.500 woningen en gebouwen vernield
- infrastructuur en dijken grotendeels verdwenen
- 100.000 mensen verloren hun bezittingen
- 150.000 hectare vruchtbaar land onder (zout) water
Financiële steun uit het buitenland en massale landelijke geldinzamelingsacties (138 miljoen gulden) maakten het mogelijk de dijken te dichten en de infrastructuur te repareren. Prefabhuizen uit Scandinavië zorgden voor het noodzakelijke onderdak voor de gedupeerden. Voor het dichten van stroomgaten in de dijken werden zelfs Engelse Phoenix-caissons ingezet. Deze betonnen “dozen” waren oorspronkelijk als reserve voor de aanleg van kunstmatige geallieerde havens aan de invasiestranden van Normandië bedoeld, maar al snel als overtollig beschouwd.
Gelijktijdig werkten de Nederlandse regering en Rijkswaterstaat hard aan de aanpassing en goedkeuring van een solide Deltaplan, dat definitieve afsluiting van de zeearmen en verkorting van de kust beoogde en dat, na uitvoering van de Delawerken, ervoor zou zorgen dat een watersnoodramp van die omvang zich niet meer kon herhalen.
Wil je meer weten over de catastrofale watersnoodramp die plaatsvond in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953? Neem dan eens een kijkje in het Watersnoodmuseum bij Ouwerkerk op Schouwen Duiveland.
Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat is het uitvoerende orgaan van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, dat al sinds haar oprichting in 1798 verantwoordelijk is voor de aanleg en het beheer van water en wegen, zoals dijken, inpolderingen, kanalen, viaducten en autosnelwegen. Ook het voorkomen van schade is een belangrijke taak. Haar huidige missie luidt dan ook als volgt:
- Rijkswaterstaat (RWS) beheert en ontwikkelt de rijkswegen, -vaarwegen en -wateren en zetten in op een duurzame leefomgeving;
- samen met anderen, werken we aan een land dat beschermd is tegen overstromingen. Waar voldoende groen is en voldoende schoon water. En waar je vlot en veilig van A naar B komt;
- samenwerken aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. Dat is Rijkswaterstaat.
Al in de 1920-er jaren onderkende en waarschuwde RWS voor de gevaren van te zwakke en te lage dijken en ontwikkelde rigoureuze plannen, zoals het afsluiten van de binnenwateren en de Noordzee. In 1932 kwam de 32 km lange Afsluitdijk van de Zuiderzee gereed. In 1950 volgden de Botlek en de Brielse Maas. In 1950 werd ook de Braakman in Zeeuws Vlaanderen afgedamd.
Het Deltaplan: Neerlands trots
De ramp van 1 februari 1953 leidde tot versnelde uitvoering van het Deltaplan en haar Deltawerken als defensief systeem tegen hoogwater uit de Noordzee. Geadviseerd door de Deltacommissie, werd tot de bouw van 18 gigantische bouwwerken in de rivierendelta van de provincies Zeeland en Zuid-Holland (de Deltawerken) besloten en de uitvoering voortvarend aangepakt. Het economische belang van de Westerschelde voor België is zo groot dat deze rivier voor het scheepsverkeer open moest blijven. Het topografisch kaartje in de rechter kolom laat zien waar kolossale dammen en dijken werden gebouwd.
De realisatie van deze werken heeft de Nederlandse kustlijn met circa 700 km verkort.
- Al in 1958 werd de stormvloedkering in de Hollandse IJssel in gebruik genomen. Drie jaar later, in 1961, volgden de afdamming van het Veerse Gat en de Zandkreek.
- In de monding van het Haringvliet werd een sluizencomplex aangelegd om overtollig water en ijs uit de Rijn af te kunnen voeren. Alleen in noodsituaties wilde men dus weer zout water in het Haringvliet toelaten. In 1971 werden de sluizen in werking gesteld: 17 openingen van elk bijna 60 meter breed. De Brouwersdam, ten zuiden van de Haringvliet dam, was een jaar later klaar.
- In het begin was men ook van plan de Oosterschelde af te dammen. Er ontstond echter weerstand tegen deze ingreep. Niet alleen het milieu, maar ook de visstand (zoals oesters en mosselen) zou lijden onder een afdamming van de Oosterschelde. In 1976 kwam een plan op tafel waarin de Oosterschelde dam van een aantal sluizen werd voorzien, die slechts bij extreme waterstanden gesloten zouden worden. Het unieke zoutwatermilieu en de visstand konden dan in stand worden gehouden. De bouwers brachten 62 openingen van elk 40 meter breed in de kering aan om zoveel mogelijk zeewater door te kunnen laten. Uiteindelijk werd de Oosterschelde kering één van de grootste bouwwerken ter wereld. De kosten van deze kering waren aanzienlijk hoger dan die van een dichte dam (2,5 miljard euro was nodig).
- Op 4 oktober 1986 opende koningin Beatrix de Oosterscheldekering, in aanwezigheid van het Belgische koningspaar, de Franse en de Duitse presidenten en een Engelse delegatie.
In het oorspronkelijke Deltaplan was geen afsluiting opgenomen van de Nieuwe Waterweg. Dit om de haven van Rotterdam toegankelijk te houden. Verhoogde dijken zouden een kostbare zaak worden omdat de te verzwaren dijken in stedelijke gebieden liggen. Daarom koos men in 1987 - ter bescherming van de regio Rotterdam - voor een beweegbare kering. Met de indienststelling van de Maeslantkering in 1997 werd het Deltaplan voltooid. De aandacht is momenteel op de grote rivieren gericht: verhoging en versterking van dijken en verwijdering van het teveel aan slib.
De 21e eeuw
Is ons verdedigingssysteem tegen het water nu klaar? Nee..!
Momenteel mogen we als Nederlanders aannemen dat we in één van de best beveiligde delta’s ter wereld wonen omdat, dankzij de bouw van de Deltawerken, het gevaar voor overstromingen vanuit de Noordzee aanzienlijk is verminderd;
Ook al verklaarde de American Society of Civil Engineers dat de 6,5 miljard euro kostende Deltawerken tot één van de zeven moderne wereldwonderen behoren, zal het systeem nooit af zijn en voortdurend verbeteringen en aanpassingen vergen. Een nauwe samenwerking tussen regering, provincie- en gemeentebestuur, Rijkswaterstaat, regionale waterschappen, politie, brandweer, ambulancediensten en bedrijven is van cruciaal belang om de bestaande verdediging slagvaardig te houden, vooral in het licht van de te verwachten gevolgen van de klimaatverandering;
Met 3.750 kilometer aan dijken (inclusief de Deltawerken) en duinen valt er altijd nog veel te verbeteren. Bij de beheersing van het rivierwater is inmiddels al veel bereikt. Echter, na een recent onderzoek van de Inspectie Leefomgeving en Transport van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu meldt zij dat meer dan 1.300 kilometer nog niet aan de voorgeschreven normen voldoet.
De leus in het Zeeuwse provinciewapen zegt het al: “Luctor et Emergo”, hetgeen betekent: “Ik worstel en kom boven”. De strijd tegen het water zal een continue worsteling blijven, zoals je kunt ervaren in het Deltapark op het kunstmatige eiland "Neeltje Jans" midden in de Oosterschelde.
Chronologisch overzicht van de bouw van de Deltawerken
- 1957-1969: Volkerakdam (D) - Hollandsch Diep tussen de Hoekse Waard, Goeree-Overflakkee en Noord-Brabant;
- 1958-1958: Stormvloedkering Hollandse IJssel (SVK) - Hollandse IJssel bij Krimpen aan de IJssel;
- 1958-1965: Grevelingendam (D) - Grevelingenmeer tussen Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland;
- 1958-1971: Haringvlietdam (D) - Haringvliet tussen Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee;
- 1959-1960: Zandkreekdam (D) - Zandkreek tussen Noord-Beveland en Zuid-Beveland;
- 1960-1961: Veerse Gatdam (D) - Veerse Gat tussen Noord-Beveland en Walcheren;
- 1960-1986: Oosterscheldekering (SVK) - Oosterschelde tussen Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland;
- 1964-1971: Brouwersdam (SVK) - Brouwershavense Gat tussen Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland;
- 1976-1997: Philipsdam (D) - Oosterschelde tussen Grevelingendam en Sint-Philipsland;
- 1979-1997: Oesterdam (D) - Oosterschelde, Schelde-Rijnkanaal tussen Tholen en Zuid-Beveland;
- 1980-1983: Markiezaatskade (D) - Markiezaatsmeer, Schelde-Rijnkanaal tussen Zuid-Beveland en Molenplaat;
- 1980-1987: Bathse Spuisluis (SPS) - Volkerak, Markiezaatsmeer, Westerschelde bij Bath (Reimerswaal);
- 1988-1997: Maeslantkering (SVK) - Nieuwe Waterweg bij Hoek van Holland;
- 1991-1997: Hartelkering (MD) - Hartelkanaal bij Spijkenisse.
D = Dam MD = Mobiele dam SPS = Spuisluis SVK = Stormvloedkering
Bronnen
- www.risicokaart.nl
- www.deltawerken.com
- www.naturalis.nl/
- nl.wikipedia.org/wiki/deltawerken
- nl.wikipedia.org/wiki/overstroming
- nl.wikipedia.org/wiki/noordzee